Dag Hammarskjöld

Een christen-staatsman in de Koude Oorlog

Dag Hammarskjöld wordt geboren op 29 juli 1905 in het gezin van Hjalmar Hammarskjöld en Agnes Almquist. Het geslacht Hammarskjöld is van oude Zweedse adel en vader Hjalmar, een rechtsgeleerde, is in 1901 opgeklommen tot minister van justitie.

Daarna wordt hij president van het Hooggerechtshof in Jönköping. Als Dag daar geboren wordt als vierde zoon, is Hjalmar net benoemd tot minister van onderwijs en werkzaam in Stockholm. De doop moet twee maanden worden uitgesteld. Hij krijgt de doopnamen Dag Hjalmar Agne Carl.

Na een kort verblijf in Kopenhagen vestigt de familie zich in 1907 op het kasteel van Uppsala; vader wordt er hoofd van de provincie. Moeder Agnes, een diepgelovige vrouw, bestiert het huishouden. Als hij zes jaar is, krijgt Dag privéles; zijn gouvernante verbaast zich over zijn leergierigheid. Vanaf 1916 bezoekt hij de middelbare school in Uppsala, waar hij uitblinkt. Zijn brede interesse en vriendelijke gereserveerdheid dwingen respect af.

Het geboortehuis van Dag Hammarskjöld in Jonköping (Zweden).

Wikimedia Commons

Studie en werkzaamheden

Na zijn confirmatie (belijdenis in de Lutherse kerk) en een studiereis naar Cambridge gaat Dag naar de universiteit van Uppsala. In de bachelorfase studeert hij Frans, filosofie en economie. Vanaf 1925 maakt hij zeer beknopte en persoonlijke dagboekaantekeningen. Deze worden pas na zijn dood in zijn appartement in New York gevonden en geven zelfs zijn naaste bekenden een onverwacht inkijkje in zijn gedachten en gevoelens. Hij komt eruit naar voren als een diep gelovig christen. Intussen komt hij via zijn vader in contact met de Zweedse maatschappelijke elite. Hij gaat verder met economie en rechten, en al voor zijn afstuderen wordt hij assistent-secretaris van een commissie die zich bezighoudt met de werkloosheid. Hij wordt er in 1933 eerste secretaris van en promoveert ook tot doctor in de economie.

Snelle carrière

De ongehuwde Hammarskjöld heeft een voorspoedige carrière: al in 1935 wordt hij secretaris van de Zweedse nationale bank. Daarnaast is hij vanaf 1936 staatssecretaris van Financiën en vanaf 1941 bestuursvoorzitter van de nationale bank. Na de oorlog wordt hij financieel adviseur van de Zweedse regering in de periode van wederopbouw van Europa. Sinds 1947 werkt hij voor het ministerie van buitenlandse zaken als ondersecretaris voor economische zaken. In 1951 treedt hij als een soort onderminister toe tot het Zweedse kabinet.

Internationaal

Als vertegenwoordiger van de Zweedse regering betreedt hij ook het internationale speelveld. Als ondervoorzitter van de Zweedse delegatie maakt hij de zesde Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (VN) te Parijs mee; op de zevende te New York is hij voorzitter van de Zweedse delegatie. Op 7 april 1953 wordt hij verrassend benoemd tot secretaris-generaal van de VN. Als onpartijdig deskundige uit het neutrale Zweden, die bovendien zijn talen spreekt, blijkt hij voor alle partijen in de Koude Oorlog acceptabel. Hoewel compleet verrast, accepteert hij de benoeming. Op 10 april 1953 wordt hij beëdigd.

Secretaris-generaal

Zijn eerste taak wordt het op orde brengen van de interne organisatie van de VN. Vooral de Amerikaanse invloed op de interne organisatie is Hammarskjöld een doorn in het oog. Onafhankelijkheid is voor hem de basis voor het uitoefenen van de volgens hem belangrijkste taak van de VN: het bewaren van de vrede. Ook een goede relatie met de wereldpers vindt hij van groot belang. Hij wordt een meester in het weinig zeggen in veel woorden. Als groot pleitbezorger van stille diplomatie kan hij zich niet in de kaart laten kijken…. Hij maakt optimaal gebruik van de bevoegdheden die het Handvest van de VN hem als secretaris-generaal biedt en geeft deze functie zo veel inhoud.

Op het vliegveld wordt Dag Hammarskjöld als nieuwe secretaris-generaal van de Verenigde Naties (VN) ontvangen door zijn voorganger, de Noor Trygve Lie (april 1953).

Roerige tijden

Hammarskjöld slaagt erin contact te leggen met de regering van communistisch China, geen lid van de VN. Ook in de crisis rond het Suezkanaal treedt hij succesvol op door het instellen van de eerste VN-vredesmacht (november 1956). Als ongeveer tegelijkertijd de Hongaarse opstand wordt neergeslagen en hij niet tot Hongarije wordt toegelaten omdat de Russen hun interventie een interne aangelegenheid van het Oostblok vinden, raakt hij gefrustreerd over zijn “onmogelijke” taak.

Herkozen

Hij wordt in 1957 unaniem herkozen voor een tweede ambtstermijn. Hij is er diep van overtuigd dat het zijn taak is door te gaan. Een aantekening in zijn dagboek op de dag van zijn herverkiezing: “Het beste en heerlijkste waartoe je in dit leven kunt komen, is dat jij zwijgt en God laat werken en spreken”, een citaat van de mysticus meester Eckhart. Hij pleit voor preventief optreden van de VN in plaats van reactief. Ook met betrekking tot het terugdringen van de atoombewapening ziet hij een taak voor de VN. Als econoom onderkent hij daarnaast het belang van economische VN-steun voor landen die deze nodig hebben. Het hoofddoel moet het bewaren van de wereldvrede zijn.

In het jaar 1960 werd een groot aantal landen in Afrika na een periode van kolonisatie zelfstandig. De nieuwe staten sloten zich onmiddellijk aan bij de Verenigde Naties. Een staat als Congo werd meteen een zorgenkind voor de volkenorganisatie.

Het hoofdkwartier van de Verenigde Naties in New-York. Toen het nieuws over het vliegtuigongeluk, waarbij Hammarskjöld tot de dodelijke slachtoffers behoorde, ging de vlag van de VN halfstok.

In het harnas gestorven

Politieke spanningen in het Midden-Oosten, Laos en Cambodja, oorlog in Vietnam, crisis in Congo: Hammarskjöld heeft de laatste jaren van zijn leven zijn handen vol aan een reeks van bedreigingen van de vrede (zie ook onder Achtergronden). Op vredesmissie in Afrika crasht het vliegtuig van de secretaris-generaal op 18 september 1961 onder nooit opgehelderde omstandigheden vlak voor de landing in Ndola (in het huidige Zambia). Hammarskjöld moet op slag dood zijn geweest. Zijn lichaam wordt overgebracht naar Zweden, waar hij een staatsbegrafenis krijgt vanuit de kathedraal van Uppsala. Hij wordt bijgezet in het familiegraf op het oude kerkhof van Uppsala. Postuum wordt hem de Nobelprijs voor de vrede toegekend.

Merkstenen

Na Hammarskjölds dood worden in zijn appartement in New York zijn dagboekaantekeningen gevonden, die lopen van 1925 tot 24 augustus 1961. Er zit een ongedateerde brief bij, die gericht is aan Leif Belfrage, secretaris-generaal van Buitenlandse Zaken in Zweden. Daarin schrijft Hammarskjöld dat deze aantekeningen het enig juiste “profiel” geven dat van hem getekend kan worden. Ook geeft hij zijn vriend expliciet toestemming tot publicatie. In 1963 verschenen ze onder de titel Vägmärken, in de Nederlandse vertaling Merkstenen. Ze zijn voor velen een bron van inspiratie gebleken.

Grafsteen van Hammarskjöld op het familiegraf in Uppsala.

Wikimedia Commons